Je kent het vast wel. Een overleg loopt stroef, er blijft iets hangen. Later besluit je het nog even goed op te schrijven — om je zienswijze te verduidelijken, om helderheid te creëren. En voor de zekerheid kopieer je nog een paar mensen in, zodat iedereen het uit eerste hand hoort.
Je hebt je mail zorgvuldig opgebouwd, vriendelijk geformuleerd. En tóch volgt vaak een nieuwe ronde misverstanden en gedoe. Als afzender denk je dat je verstandig handelt: “Ik wil het gewoon nog even goed uitleggen.” Of: “Misschien kwam ik niet helemaal goed uit mijn woorden, laat ik het nog eens rustig opschrijven.”
Soms ook: “Dan heb ik het in elk geval vastgelegd.”
Het is een herkenbare reflex: als het spannend wordt, grijpen we naar het toetsenbord. Mailen voelt veiliger dan praten.
Even voor de duidelijkheid…
Het gebruik van mail gaat impliciet uit van de veronderstelde kracht van geschreven tekst. Helaas overschatten we vaak wat e-mail eigenlijk teweeg kan brengen. We denken dat woorden helderheid brengen, terwijl mail bij spanning juist onduidelijkheid creëert.
Taal op papier mist toon, timing en context, precies de elementen die bij spanning cruciaal zijn. Zonder die elementen vult de lezer de open plekken in met zijn eigen interpretatie. En als er al spanning is, is de kans dat je bericht neutraal wordt gelezen klein. Een oprecht bedoeld bericht wordt dan al snel gezien als een volgende zet in een steekspel over wie er gelijk heeft.
Een simpele zin als: “Misschien kun je daar voortaan wat meer rekening mee houden,” kan dan klinken als: “Je doet je werk niet goed.” Waar jij iets opbouwend bedoelt, hoort de ander een verwijt. Helder geschreven is niet hetzelfde als helder begrepen. Zeker niet als emotie meespeelt.
Het gemak van de afwezigheid
Een andere reden waarom mail zo verleidelijk is: de ander is er even niet bij. Je krijgt geen tegenspraak, geen gezichtsuitdrukking, geen ongemakkelijke stilte. Het voelt veiliger, maar het is eigenlijk vooral een vorm van controle: de ander kan pas reageren als jij klaar bent. Wat voor jou voelt als zorgvuldigheid, komt bij de ander over als belerend of eenzijdig.
Mail geeft bovendien een illusie van efficiëntie: het idee dat je “even iets kunt afhandelen”. In werkelijkheid creëer je een nieuwe communicatielaag. Waar één gesprek misschien voldoende was, volgen nu drie mailwisselingen, elk iets stelliger dan de vorige. En weg is je efficiëntie.
Voor het gemak, stuur ik mijn baas ook een kopie
En als je dan toch schrijft, waarom niet meteen even je manager of een paar collega’s in de cc? Dat geeft bedoeld of onbedoeld het signaal dat er “meer aan de hand” is. Wat begon als een poging tot helderheid, zorgt ongemerkt voor extra spanning: wie heeft de mail als eerste “naar boven” gespeeld? Voor je het weet, gaat het niet meer over de inhoud, maar over vertrouwen.
De ironie is dat mensen zelden met kwade bedoelingen mailen. Ze willen iets herstellen: duidelijkheid, begrip, grip. Maar vaak zit er óók een behoefte onder om het eigen gelijk nog één keer goed te verwoorden. En een mail leent zich daar perfect voor: beleefd, goed onderbouwd, en net scherp genoeg om te laten zien dat jij het overzicht wél hebt.
Het probleem: de ander leest die nuance niet. Mail is geen gesprek, het is eenrichtingsverkeer. Wat bedoeld was als verheldering, wordt gelezen als een poging jouw verhaal kracht bij te zetten in een lopend conflict.
Mail is benzine, geen blusmiddel
Wat voelt als kracht bijzetten, werkt in de praktijk vaak als olie op het vuur. Het helpt dan meer om even tijd te nemen in plaats van tekst te maken. Een kort gesprek — desnoods telefonisch — werkt beter dan drie alinea’s in Times New Roman. In een gesprek kun je onderzoeken wat er speelt en wat maakt dat je er anders naar kijkt.
Gesprekken zijn geen monologen: je hoort wat de ander bedoelt, verkent samen waar de spanning vandaan komt, en zoekt naar wat nodig is om te voorkomen dat het uit de hand loopt.
Vaak blijkt dat er iets anders onder zit: een misverstand, een gevoel van niet gehoord worden, of gewoon te veel druk op de ketel. Dat ontdek je niet via e-mail.
Een gesprek biedt ruimte voor nuance, stilte, herstel. En juist daardoor kan er iets verschuiven. Vijf of tien minuten is vaak al genoeg.
Een zin als: “Volgens mij liep ons overleg wat stroef, zullen we even kijken waar dat precies door kwam?” is meestal effectiever dan de mooiste alinea’s uit een zorgvuldig geformuleerde mail.
Toon, ademhaling en stilte doen in zo’n gesprek vaak meer dan leestekens ooit kunnen. Als de spanning oploopt, helpt het om juist even tegen je reflex in te gaan en tijd te nemen voor dialoog.
Toch schrijven?
Soms ontkom je er niet aan om toch even iets op te schrijven. Soms is het zinvol om bijvoorbeeld iets vast te leggen of samen te vatten. Dan helpt het om:
-
de tekst eerst alleen voor jezelf te schrijven, maar het nog níet te versturen;
-
het bericht een dag te laten liggen en het dan te lezen met de bril van de ontvanger. Hoe zou hij of zij dit lezen?;
-
te schrappen wat klinkt als uitleg, verdediging of bewijsvoering;
-
te beginnen met wat wél goed ging;
-
en niemand te kopiëren die er niet strikt bij hoeft te zijn.
Een mail kan helpen om afspraken te bevestigen, maar is geen middel om spanning te reguleren.
De spiegel voor leiders
Leidinggevenden zetten met hun toon de norm. Een mail die je als leidinggevende onder spanning verstuurt, wordt zelden alleen gelezen door degene aan wie hij gericht is. Anderen lezen mee, letterlijk of figuurlijk, en trekken er conclusies uit.
Zo wordt een meningsverschil al snel een voorbeeld van “hoe er bij ons met spanning wordt omgegaan”.
Een leidinggevende die een medewerker “voor de duidelijkheid” mailt, creëert onbedoeld een cultuur waarin mensen niet worden gestimuleerd om bij verschil van inzicht de dialoog op te zoeken, maar hun gelijk te halen via mail of management. Zo verschuift de dynamiek van samen onderzoeken en leren, naar een strijdtoneel van gelijk hebben en gelijk krijgen.
Spanning vraagt om vertragen
Mail is snel, en juist daarom gevaarlijk. In gespannen situaties vergeten we dat het niet de woorden zijn die rust brengen, maar de ontmoeting. Spanning vraagt om vertraging, niet om versnelling. Dus voordat je op ‘verzenden’ drukt: bel even, loop langs, of wacht een dag. De kans is groot dat er dan niets meer hoeft te worden uitgelegd.
En als dat wél zo is, kun je altijd nog mailen ... morgen.


