Just a bomb scare
Ik zit op de achterbank van de taxi op weg
naar het vliegveld van Derry/Londonderry. Een kort ritje naar het tweede
vliegveld van Noord-Ierland. Halverwege neemt de taxichauffeur onverwacht een
afslag. Verbaasd vraag ik waarom hij dat doet. Zijn antwoord is kort: ‘Just a bomb scare’. Hoor ik dat goed?
Hij herhaalt zijn antwoord alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Dit
ritje is de afsluiting van een inspirerende week over conflict resolution aan de universiteit van Ulster. De eerste dagen
verdiepten we ons in het Noord-Ierse conflict en spraken tientallen betrokkenen.
In 1998 was met het Goede Vrijdagakkoord een belangrijke stap gezet om het
conflict te beëindigen. Ik had niet gemerkt dat mensen nog dagelijks leefden
met het risico van aanslagen. Thuisgekomen lees ik op pagina 7 van de NRC een
klein berichtje. Er was een vrachtwagen met 500 kilo explosieven onder een brug
gevonden vlakbij het vliegveld. Ondanks alle feitelijke informatie in de
cursus, was mijn beeld dat het conflict in Noord-Ierland tot rust was gekomen. De
bomb scare bewees mijn ongelijk. Het
is de zomer van 2003.
Hoe leven mensen met conflicten en hoe anders dat is dan het beeld dat je daarvan meekrijgt? Levensbedreigende conflicten zijn voor ons ver weg en lang geleden. Om ze te bevatten, hebben we er vereenvoudigde verhalen en voorstellingen van gemaakt. Die beelden komen naar buiten als je in real life geconfronteerd wordt met de dagelijkse werkelijkheid van een conflict. Net zoals de voorstelling van Mark Zuckerberg zichtbaar werd bij zijn wandeling in virtual reality in Puerto Rico kort na de verwoestende orkanen. De lach op zijn gezicht was illustratief. In het echt voelt het anders.
Beeldvorming is handelswaar
Een aantal jaar later ging ik op
sabbatical naar Israël en de Palestijnse gebieden. Daar werkte ik voor NGO’s
die zich bezighielden met het Conflict. Samen met een Israëlische en een
Palestijnse projectleider begeleidde ik workshops met vredesactivisten. We
bespraken scenario’s voor gedragen oplossingen voor het grote conflict en voor
kleinere deelproblemen. Tot zover geen verrassingen. Die kwamen toen we een
spannende workshop over de terugtrekking van Israël uit Gaza voorbereiden. ’s
Ochtends op CNN en BBC leek het alsof er overal hoogoplopende spanningen en
relletjes waren. Het commentaar maakte duidelijk wie de good guys en wie de bad
guys waren. Bij de koffie belden we met vredesactivisten ter plaatse. Hun
beelden leken in niets op de sensationele berichtgeving op tv. Op de meeste
plekken was het rustig, met hier en daar wat gedoe. Veel meer relativering en wederzijds
begrip. Informatie is handelswaar, onrust verkoopt. Dat wist ik, maart toch verbaasde
ik me over het contrast tussen het beeld in de media en wat wij uit het veld hoorden.
De vredesactivisten streden niet alleen tegen de cynici in hun eigen achterban,
maar ook tegen de beeldvorming op televisie. Het gaat te ver om dit fake news te noemen, maar het was
duidelijk dat de media geen neutrale rol speelden. Ze vergroten de druk en
daarmee het risico van escalatie. Niet bepaald de helpende rol van de third side zoals Ury die beschrijft.
Botsing tussen gelijk en gelijk
Een ander verwonderpunt voor mij was het
scherpe contrast tussen inhoud en emotie. Voordat de workshops begonnen was de
sfeer vriendelijk, bijna gemoedelijk. Tijdens de workshops waren de discussies
scherp, emotioneel en persoonlijk. Hard op de inhoud en (in de pauzes) zacht op
de relaties. Palestijnen en Israëli hebben diepgaande meningsverschillen. Tegelijk
hebben ze veel meer begrip voor elkaar dan je vanuit een westerse blik zou
denken. Zelfs als de emoties hoog oplopen. Amos Oz beschreef treffend dat het
niet gaat om een strijd tussen goed en kwaad, maar om een botsing tussen gelijk
en gelijk. Een botsing tussen krachtige, diepgaande en overtuigende aanspraak
op land en een heel andere, niet minder overtuigende, niet minder diepgaande en
niet minder menselijke aanspraak. Dit begrip voor het verhaal van de ander was ook
te voelen tijdens de verschillende workshops. Ik moest denken aan een uitspraak van Ehud Barak: “If I were a Palestinian at the right age, I
would have joined one of the terrorist organisations at a certain stage.”
Individuen en groepen
Mijn volgende ervaring betreft de rol van
cultuurverschillen. Die deed ik op in een workshop die de twee projectleiders samen
hadden voorbereid. Ze hadden afgesproken scenario’s te presenteren waar zowel Israëli
als Palestijnen winst uit konden halen. Daarna zou ik de dialoog faciliteren. Bij
aanvang van de workshop nam de Palestijnse projectleider het woord. Hij deed
dat aarzelend en was non-verbaal op zoek naar steun bij zijn achterban. Toen
hij die niet direct voelde, week hij van de afspraken af. Zijn Israëlische
collega reageerde verschrikt en geïrriteerd. Ik was ook verrast. Het duurde
even voor ik me besefte dat de gekozen aanpak een rol speelde. We waren
uitgegaan van individuen die met elkaar de dialoog aangaan en bereid zijn hun
eigen mening te delen. Bij de voorbereiding leek dit een goede keus. Naast de
inhoudelijke verschillen, kwamen er tijdens de workshop ook grote verschillen
in opvattingen aan het licht hoe die verschillen besproken konden worden. Daarbij
woog de norm dat de groep boven het individu en zijn mening gaat voor een
aantal deelnemers zwaarder dan de inhoud. Daar waren we in de voorbereiding te
makkelijk overheen gestapt
Ramallah
Een tijd na mijn sabbatical werd ik
uitgenodigd om een midterm review van
een people2people project op de Westbank te doen. Ik ging hiervoor een week
naar het Midden-Oosten. Toen ik geland was op de luchthaven van Tel Aviv, bleek
het toch handiger te zijn naar Ramallah te komen dan naar Oost-Jerusalem. Geen
probleem, toch? Allerlei beelden over Ramallah schoten door mijn hoofd terwijl
ik mijn voicemail beluisterde. Beelden van tv en uit de krant. Zelf was ik er
nog nooit geweest. De belegering van de Muqata van Arafat, executies van mensen
die met Israël heulden. Op de tweede dag werden deze beelden eerst versterkt
toen de auto die mij zou ophalen in Ramallah niet kwam. Later meldde de
chauffeur droog dat er een schietpartij in de stad was. Autodieven stopten niet
voor de politie. Er werd geschoten en een deel van de stad was afgezet. De
politie was extra streng in verband met de verkiezingen. De chauffeur bracht me
naar het VN kantoor in Ramallah. Daar werd bij de koffie gespeculeerd over de
volgende aanslag van Al Qaeda. De betrokkenen waren er heilig van overtuigd dat
die in Ramallah zou zijn. Dit kon niet uitblijven na de recente aanslagen in
Londen, Madrid en Damascus. Immers, Ramallah was een open stad met veel
westerse invloeden. Niet gelijk het beeld dat paste bij de imprint die ik van
Ramallah had.
Moreel gelijk en controle
Als iets mij duidelijk is geworden tijdens
mijn sabbatical, dan is het wel dat partijen heel nadrukkelijk hun eigen
werkelijkheid en perceptie hebben. Een perceptie die vaak anders is dan je van
buiten in schat. De beelden die je met je meedraagt als buitenstaander, helpen
daar vaak niet bij. Om toch een steentje bij te dragen aan een oplossing, helpt
het meer om partijen te faciliteren om een gelijkwaardige dialoog te voeren. En
daarbij de juiste vorm te vinden en de voorwaarden voor die dialoog te scheppen.
Simpel gezegd, maar vaak complex genoeg. Al was het maar omdat ook de manier
van gespreksvoering uitgaat van culturele waarden die niet vanzelfsprekend voor
alle partijen hetzelfde zijn.
Terwijl ik dit stukje schrijf, is er een
regeerakkoord voor Rutte III gesloten. Ik lees in het Parool dat tijdens de
formatie van Rutte III aan een van de zijtafels ‘vier weken is gesteggeld over
drie zinnen in het regeerakkoord over het Israëlisch-Palestijnse conflict. “Ze
dachten dat ze dat hele conflict daar aan de tafel moesten oplossen”, aldus een
betrokkene (Parool, 14 oktober 2017). In drie zinnen staat de voorkeur van
Rutte III voor een tweestaten-oplossing. “In
het Midden-Oosten draagt Nederland bij aan vrede en veiligheid. Nederland benut
de goede betrekkingen met Israël en de Palestijnse Autoriteit voor het behoud
en de verwezenlijking van de tweestatenoplossing: een onafhankelijke,
democratische en levensvatbare Palestijnse staat naast een veilig en internationaal
erkend Israël. Nederland zet zich tevens in voor verbetering van de onderlinge
relaties tussen Israëliërs en Palestijnen” (Regeerakkoord Rutte III, 10
oktober 2017)
De neiging is ook voor Rutte III om van
buiten te willen bepalen hoe het conflict moet worden opgelost. Terwijl we
eigenlijk de emotie en historie van het conflict nauwelijks kunnen invoelen. Maar
het geeft een gevoel van houvast om een mening te geven over de oplossing van
het conflict. Meer dan alleen zeggen dat we partijen willen ondersteunen om een
voor hen passende uitweg te vinden, zonder dat wij daar inhoudelijk iets van
vinden. Dat is ongemakkelijk en geeft weinig gevoel van controle. En tegelijk
lijkt daar de uitdaging te liggen. Een bescheiden opstelling die bovendien
recht doet aan de medeverantwoordelijkheid van het westen voor de huidige
patstelling. Kunnen we partijen echt serieus nemen en hen empoweren zodat zij
de onderhandelingen kunnen voeren om verder te komen? En kunnen we ons morele
gelijk aan de kant zetten en echt kijken hoe we partijen kunnen ondersteunen om
zelf stappen te zetten. Wat dat ook mag betekenen.
--- Deze blog is verschenen als artikel in het themanummer over Oorlog en Vrede van het Tijdschrift Conflicthantering ---
Literatuur
J. Andrews
(2015) The world in conflict. Understanding the world’s troublespots. Profile
Books, London.
M. Gilbert
(2005). The Routledge Atlas of the Arab-Israeli Conflict. Eighth edition,
Routledge, Taylor & Francis Group.
A.
Oz (2004) Hoe genees je een fanaticus. Novib – De
Bezige Bij
W. Ury (2000) The third side. Why We Fight and How We
Can Stop. Penguin Books