Corona en de parallelle
werkelijkheid van managers
Vorige week zondag kwam ik, vroeger dan gepland, terug uit Suriname. Daar was ik om een
cursus te geven over Verandermanagement aan een masteropleiding. Teruggekomen
in Nederland was de wereld veranderd. In hoog tempo was de realiteit van het
Corona-virus doorgebroken. Een aantal dagen voor ik terugvloog met het laatste
reguliere vliegtuig, had ik een artikel rondgestuurd met alarmerende statistische
analyses over de ontwikkeling van het virus en de effecten op de maatschappij
in Italië en China (Coronavirus: Why You Must Act Now - Tomas Pueyo).
Vrijdag was er de eerste Corona-patiënt in Suriname
aangetroffen en nog geen 12 uur later was het luchtruim gesloten. Iedereen die
ik sprak, snapte de maatregel en was angstig voor wat komen ging. Van de
taxichauffeur die me naar het vliegveld reed, tot de programmamanager van het
opleidingsinstituut, iedereen deed zijn best te helpen en was bezorgd over de
toekomst.
Vlak nadat ik in Nederland was geland, werd aangekondigd dat de scholen dicht zouden gaan. In het verlengde daarvan kwamen allerlei deskundigen langs om hun licht op de situatie te laten schijnen. De term pandemie werd gemeengoed. Ziekenhuizen hadden het over afschalen van reguliere zorg en opschalen van Coronazorg. Steeds helderder werd dat er een groot risico is dat ons zorgsysteem en de intensieve zorg in ziekenhuizen (IC’s) ontwricht raken. Wanneer we niet ingrijpen, krijgen we te maken met extreem hoge aantallen dodelijke slachtoffers. De duizenden doden in China, Iran en Italië in slechts enkele weken leidden daar tot mensonterende toestanden. Begraafplaatsen en crematoria die het werk niet aankunnen; patiënten die op gangen moeten worden gelegd; ouderen en chronisch zieken die geen behandeling krijgen omdat er domweg teveel patiënten binnenstromen en de artsen en ziekenhuizen deze grote aantallen patiënten niet aankunnen.
Bij ons thuis begonnen we het gesprek over de thuisschool en wat een en ander zou betekenen voor de IC waar mijn vrouw werkt. Ik voelde de spanning uur na uur toenemen.
Bij ons thuis begonnen we het gesprek over de thuisschool en wat een en ander zou betekenen voor de IC waar mijn vrouw werkt. Ik voelde de spanning uur na uur toenemen.
Een parallelle
werkelijkheid?
Tegelijkertijd
bleek er ook een soort parallelle werkelijkheid te bestaan. Een wereld waarin bestuurders
en directeuren van bedrijven en instellingen probeerden door te werken alsof er
niets aan de hand was. “Business as usual”, terwijl de wereld in brand
staat. Ze stuurden mailtjes aan hun medewerkers. Ik kreeg er de afgelopen dagen
diverse van doorgestuurd. Die mailtjes ademden de sfeer van: het is wel erg,
maar we zijn nuchtere Hollanders, gaan vooral door en laten ons niet teveel van
de wijs brengen. De normale regels en procedures werden hier en daar
aangehaald.
“We begrijpen dat jij als thuiswerkende collega nu misschien ook
wel kinderen op moet vangen. Dat kan de effectiviteit van je werk beïnvloeden.
Als dat zo is, bespreek dat dan met je leidinggevende. Dan kan die kijken hoe
we dit kunnen oplossen.”
(Informatie uit talloze mails van telecombedrijven, dienstverleners, ministeries en detailhandelsbedrijven)
Via Twitter
kwam een heel andere werkelijkheid langs, verhalen van bedrijven die
arbeidstijdverkorting aanvroegen, thuiswerkers die in de stress zaten of juist
jolig werden omdat hun agenda opeens leeg was.Een volgende
managementbrief kreeg ik doorgestuurd. Daarin werd nog eens op knappe wijze een
link gelegd tussen de kern van het werk van de organisatie en de crisis waarin
Nederland en de rest van de wereld terecht was gekomen. Dat ging ongeveer zo:
- Dit zijn ongekende tijden, daar heeft niemand ervaring mee
- Dat
vraagt veel van iedereen, vooral flexibiliteit, weerbaarheid en improviseren.
- Wij zijn als organisatie/overheid/onderneming bij uitstek flexibel, weerbaar
- Juist
omdat wij daar zo goed in zijn, kunnen wij nu van grote waarde zijn en ons werk
goed blijven doen
- Daarom doen we een groot beroep op jou om juist nu je aandacht op het werk te focussen
- Door onze inzet te richten en efficiënt te werken kunnen we juist nu kansen benutten
- Wij rekenen op jou
(Dit voorbeeld van het benutten van commerciële kansen is door AH gecorrigeerd nav een tweet die ik 23.03 verstuurde)
Ondanks dat in de
meeste mails die ik doorgestuurd kreeg werd genoemd dat ‘… jouw gezondheid
uiteraard voorop staat…’, bleek verder uit weinig dat de ernst van de
pandemie en mogelijk desastreuze gevolgen waren doorgedrongen. De gedachte aan
het verzetten van de stoelen op de Titanic kwam in me op. Was de nieuwe
realiteit eenvoudigweg niet doorgedrongen tot directeuren en andere
leidinggevenden? Werd de realiteit doelbewust genegeerd om de onrust niet te vergroten? Of was het een bezweringsformule of een manier om een gevoel van
controle te houden? (Ik moest denken aan de column die Marcel Levi het afgelopen weekend schreef over
de run op wc-rollen als uiting van controlebehoefte.)
In mijn
realiteit maak ik me grote zorgen over mijn kwetsbare ouders en schoonouders.
Over mijn broer met diabetes, over mijn vrouw die in de vuurlinie staat, over
mijn kinderen. Ieder uur krijg ik meer informatie over de toenemende spanning
in de samenleving, de groeiende hectiek in de ziekenhuisverhalen van mijn vrouw
en de spanning van mijn kinderen. Het verschil tussen deze signalen en de
mails van managers kon niet groter zijn.
Coronakramp
Het puzzelt me.
Wat maakt dat managers in een kramp terechtkomen die zo losgezongen lijkt van
de realiteit? Coronakramp. Na een paar dagen is mijn conclusie dat veel
organisaties nog steeds vooral financieel gestuurd worden. In deze tijden wordt
financiële sturing al snel sturing vanuit angst. Angst voor financiële
verliezen, angst voor het verliezen van controle en vast nog andere angsten.
Ook de misplaatste gedachte dat alles te beheersen zou zijn vanuit de
organisatie/overheid/onderneming als we maar op eigen bedrijfsprocessen
focussen, valt me op en verontrust mij. De standaard management reflex uit een voorbije tijd.
“Never waste a good crisis”
We leven met deze
crisis echt in andere tijden. Maar dat besef lijkt in een aantal bestuurskamers
nog niet echt door te dringen. Als je op je in laat werken dat de situatie
fundamenteel verandert, komen heel andere vragen naar boven. Dan denk ik onder andere
aan de lessen van dr. Aisha Ahmad, assistent professor political science aan de Universiteit van Toronto. Zij schreef een aantal dagen geleden
een aantal tweets over de lessen die zij had getrokken uit het leven onder
eerdere rampspoed. De eerste was de les dat je je beseft dat je in een lange
termijn verhaal bent terechtgekomen. Ze schrijft dat “peers who are
trying to work as normal right now are going to burn out fast. They’re doomed. Make a plan with a
longer vision”.
Vervolgens is het van belang om je directe huiselijke omgeving te stabiliseren
en jezelf een redelijke aanpassingsperiode te geven. Haar conclusie is dat je
de eerste dagen in een rampgebied altijd moet afschrijven. Zij schrijft vanuit
haar persoonlijk ervaring en haar academische houding. En ze maakt in feite ook
helder hoe belangrijk het is om veranderingen door te voeren juist wanneer er
zich een crisis ontrolt: “never waste a good crisis!”
Empathie en mededogen
Deze tijd vraagt
om empathie en mededogen. Om inleving in je medewerkers en het feit dat er zich
voor elk van hen een andere, maar vooral nieuwe werkelijkheid ontstaat met
zorgen, angsten en onzekerheden. Empathie en mededogen lijken me de belangrijkste kwaliteiten om deze crisis door te komen. Het lijkt me ook de kern van
waaruit je je als leiding van een organisatie met je mensen kan verhouden en samen sterker door de crisis kan komen. Vanuit empathie kan je kijken hoe je je organisatie of instelling drijvend kan houden. Vanuit inleving en mededogen met je mensen, hun omgeving, je klanten, samenwerkingspartners en de
samenleving als geheel. Zonder dat je vooraf weet hoe dat moet of wat je met elkaar kan realiseren, maar vanuit de relatie naar de toekomst kijken.
Ik hoop maar dat dit doordringt in de bestuurskamers, hoe virtueel die momenteel ook functioneren. Tenslotte is het toch in die samenleving dat we met zijn allen ons werk doen en onze bijdrage leveren.
Of zoals Aisha Ahmad schreef:
Ik hoop maar dat dit doordringt in de bestuurskamers, hoe virtueel die momenteel ook functioneren. Tenslotte is het toch in die samenleving dat we met zijn allen ons werk doen en onze bijdrage leveren.
Of zoals Aisha Ahmad schreef:
"This phenomenon should change how we understand the world.
So let this distract you from your work.
Because the world is supposed to be our work.
May this crisis dismantle all our faulty assumptions and force us into
new terrain."
Maurits Jan Vink, Amsterdam, 27 maart 2020