woensdag 26 juli 2017

Ik begrijp je liever niet echt ...

... dan dat ik de lont in het kruidvat gooi
Een paar weken geleden werd ik uitgenodigd op een gesprek bij een organisatie in zwaar weer. Verschillende spelers maakten zich zorgen, de bestuurders waren druk om de lekken te dichten en plannen te maken voor de toekomst. De resultaten verbeterden (nog) niet. En de vraag was: kan je ons helpen om de juiste dingen te doen en de resultaten te verbeteren? Een begrijpelijke vraag om meer grip te krijgen op de problemen en de organisatie weer gezond te maken. Tegelijk was voelbaar dat het niet alleen over inhoud ging. Ook de onderlinge verhoudingen tussen de belangrijkste spelers stonden onder druk. In bilaterale gesprekken werd aangegeven dat de verhoudingen 'niet optimaal' waren. In gezamenlijke gesprekken werd er alles aan gedaan om te voorkomen dat het over de onderlinge verhoudingen ging. Ik vroeg me af of het te spannend was om dit onderwerp aan te snijden of dat er wat anders speelde. Zou het persoonlijk consequenties kunnen hebben waar de spelers voor terugdeinsden? 


Ongemak

In deze specifieke situatie ken ik het antwoord niet. Uit andere situaties herken ik het ongemak en het gevoel dat niet alles wordt gezegd. Het lijkt vaak alsof spelers zich vasthouden aan inhoud en het vraagstuk dat de gemoederen bezighoudt. En de vraag niet bespreken waarom ze samen niet uit dat vraagstuk komen. Dus gaat het gesprek over de verschillende perspectieven. En de pogingen elkaar te overtuigen. Daar is niks op tegen. Dat verandert als de discussie zich herhaalt, de standpunten verharden en de onderlinge spanning toeneemt. Dan begint het inhoudelijke verschil van inzicht de verhoudingen te beïnvloeden. De spanning in de inhoud begint het beeld van de ander te kleuren. Als dat lang genoeg duurt, keert het zich ook om: dan gaat de spanning in de verhouding de inhoud kleuren. Dan kijk je niet meer neutraal naar de ander en zijn argumenten, maar vertrouw je de ander niet meer helemaal en hoor je de inhoud door een filter.





Het veilige gesprek

Ik heb het idee dat we te lang in de inhoud blijven hangen. Daarbij besef ik me dat hierbij enige beroepsdeformatie aan mijn kant kan meespelen. Tegelijk is duidelijk dat de inhoudelijke discussie ook veiligheid biedt. De veiligheid van het nog een keer herhalen van al bekende standpunten. De veiligheid van de rationele puzzel waarin we nog een keer onderzoeken of we wel objectief de beste optie hebben gekozen. De veiligheid van nog een plan opstellen of nog een keer laten toetsen of wel de juiste interventies zijn bedacht. Terwijl het vaak allang tijd is om (ook) dat andere gesprek te voeren. Als je op tijd bent, kan dat prima zonder hulp en kan dat ook nog helpen het ongemak te bespreken. Kan het helpen om de relatie te verbeteren en mogelijk zelfs het ongemak productief te maken. Dat ongemak verwijst vaak ook naar zaken die we nog niet op tafel hebben gehad. Wacht je te lang, dan wordt dat gesprek lastiger en kan het alleen met een neutrale derde erbij. Anders is de kans erg klein dat je het verhaal van de ander nog met een open mind kan horen. Het zoeken naar common ground wordt dan wel heel ingewikkeld.


Het andere gesprek

Dat andere gesprek vraagt lef en bereidheid het risico te nemen dat er iets gebeurt dat  je niet voorziet of in de hand hebt. En dat gevoel van verlies van controle willen we het liefst vermijden. Liever houden we de schijn van controle en ontkennen we de dynamiek die zich voltrekt. Ook al begrijpen we elkaar niet en lopen de verliezen op. Hier moest ik aan denken toen ik een vertrekkende manager sprak. Het bestuur had in reactie op de aankondiging van het vertrek gereageerd met de opmerking: ‘Het was altijd de vraag hoe lang jij nog zou blijven.’ Soms helpt ontkennen om verder te gaan en te focussen op (andere) belangrijke zaken. “Denial is a river in Egypt". Soms maakt ontkennen het alleen maar erger. Dan is het meer een manier om te zeggen: 'ik durf het niet aan'.

De uitdaging is om te durven zoeken naar wat helpt om tijdig (eerder dan we geneigd zijn) de plek der moeite op te zoeken. In de wetenschap dat het de schade uiteindelijk beperkt. In periodes van stress en spanning val je terug op je routines. Alles in ons verzet zich juist dan tegen het opzoeken van het ongemak. En juist dan is het van de grootste waarde. Dat werkt alleen als je in staat bent onder druk je ratio te laten winnen van je gevoel, het ongemak op te zoeken en doen wat tegennatuurlijk voelt. 

Dat lijkt een weinig aantrekkelijke opgave ...